Ingebedde bal (regel 16.3)
Er staat misschien geen water meer op de baan, maar de baan is zeker nog nat en de ondergrond is zacht. De kans dat je bal ingebed raakt is groot. Maar wanneer is je bal ingebed en hoe mag je dat oplossen.
A) Je bal ligt in het algemeen gebied (dus: niet in de bunker, een hindernis, de afslagplaats of de green van de hole, die je speelt) en in dit geval naast de fairway.
B) Je stelt vast of de bal is ingebed: een deel van de bal ligt beneden het grondoppervlak (zie afbeelding); de bal kan nog wel in het gras liggen; hoeft niet per se de grond te raken. Als dat zo is krijg je een vrije drop.
C) Je bepaalt het referentiepunt direct achter de bal. Als je vervolgens de dropzone bepaalt - vrije drop, dus één stoklengte - kan een deel van de dropzone op de fairway zijn. Dan mag je op de fairway droppen.
Tijdelijk water
Een tijdelijke concentratie van water buiten een hindernis, die zichtbaar is vóór of nadat je je stand hebt ingenomen.
A) Het is een abnormale baanomstandigheid en mag dus ontweken worden volgens regel 16.1.
B) Dan bepaal je het punt waar de bal waarschijnlijk de grens van het tijdelijk water heeft gekruist.
C) Wanneer een sloot of een vijver is overstroomd, is het overstroomde gebied ‘tijdelijk water’ en mag dus ontweken worden. Echter, als je de bal niet kunt vinden en het niet bekend of praktisch zeker is dat de bal in het overstroomde gebied is terechtgekomen, is het een verloren bal en moet je de procedure van slag en afstand van regel 18.2. toepassen.
Tijdelijk water in een bunker
Als er geen referentiepunt in de bunker is dat aan de eisen voldoet van waar je de bal kunt of wilt spelen:
A) bepaal het referentiepunt buiten de bunker op de lijn die vanaf de hole door het punt waar de originele bal in de bunker lag
B) speel dan je bal vanuit de daarbij behorende dropzone.
Dan heb je pech, want je krijgt één strafslag.