Ready golf heeft als doel de doorstroomsnelheid in een rondje golf te bevorderen en daarmee het plezier van ieder te verhogen. Deze maand vragen we extra aandacht voor het spelen door de baan.
- Bij een matchplay-wedstrijd kan de commissie aangeven dat ready golf in alle gevallen is toegestaan. Je kunt het ook met je competitor afspreken.
Door de baan
* Klaar staan
Wacht niet met het voorbereiden van jouw slag totdat je medespeler zijn voorbereiding (pre-shot-routine) heeft gedaan en de bal heeft gespeeld. Doe alvast je eigen voorbereiding voor je slag: bepaal afstand, je club enz. Als je medespeler slaat, kijk je natuurlijk wel even mee.
* Provisionele bal
Als het bijna zeker is dat je bal verloren of buiten de baan is, speel dan een provisionele bal. Dat voorkomt dat je in die gevallen terug moet naar de plaats vanwaar je de bal hebt gespeeld en het voorkomt ergernis bij de achteropkomende flight.
* Voor je beurt slaan 1
Het is gebruikelijk dat de speler wiens bal het verst van de hole ligt als eerst de bal speelt.
Maar, als jij klaar staat om je bal te slaan en je medespeler, die eigenlijk aan de beurt is, is nog niet zover: sla dan als eerste jouw bal.
* Voor je beurt slaan 2
De bal van je medespeler ligt op een moeilijke plek; deze moet nog bepalen welke optie toe te passen: de bal slaan zoals hij ligt, de bal onspeelbaar verklaren? Wacht niet, maar sla dan ook als eerste jouw bal
* Er moet een bal gezocht worden
Een medespeler heeft zijn bal in het bos/de struiken of in een sloot/vijver geslagen. Jouw bal ligt zichtbaar en speelbaar; speel dan eerst jouw bal voordat je ook gaat zoeken. Vaak zie je alle spelers van een flight meteen naar de zoekgeraakte bal of de bal in een water lopen. Nadat de bal al dan niet is gevonden moet ieder naar de eigen bal terug.
* Twee personen in een buggy
Rijd niet met tweeën naar de bal van jou of je medespeler: deze gaat de slag voorbereiden en de bal slaan terwijl de ander in de buggy blijf zitten; dan rijd je samen naar de bal van de ander, die gaat dan de slag voorbereiden en de bal slaan. Breng je medespeler naar zijn/haar bal en rijd dan door naar je eigen bal.
* Harken
De bal van je medespeler (of tegenstander in Matchplay) ligt in een bunker. Jouw bal ligt veel verder. De medespeler slaat de bal uit de bunker, maar niet ver.
Twee mogelijkheden:
1) Hark de bunker aan, zodat je medespeler meteen de bal kan slaan
2) Sta je al bij jouw bal; wacht dan niet met het spelen van jouw bal tot je medespeler de bunker heeft aangeharkt en vervolgens zijn/haar bal heeft geslagen.