Etiquette: zorg voor de golfbaan
De etiquette in golf geeft richtlijnen voor de manier waarop het golfspel gespeeld zou moeten worden. Door deze richtlijnen te volgen zal iedereen het meeste plezier uit het spel kunnen halen.
Bunkers aanharken: na het verlaten van de bunker worden spelers gevraagd om de bunker aan te harken, zodat kuilen en voetstappen niet meer aanwezig zijn.
Plaggen terugleggen en beschadigingen door ballen en schoenen herstellen: leg uitgeslagen plaggen zorgvuldig terug en herstel op de green schade veroorzaakt door ballen of schoenen. Mochten spelers balmarkeringen vinden die door andere spelers niet gerepareerd zijn, dan dienen deze ook gerepareerd worden.
Voorkom onnodige schade: let er bij het maken van een oefenswing op dat u de golfbaan niet beschadigd.
Wees voorzichtig op de green. Zet geen golftassen op de green en leg de vlaggenstok netjes weg op de green. Ga ook niet te dicht bij de hole staan met uw voeten en wees voorzichtig bij het weghalen van een golfbal of vlaggenstok uit de hole. Het is niet de bedoeling dat een golfclub wordt gebruikt om de golfbal uit de hole te halen.
Bij een verloren bal buiten een hindernis of in het gebied buiten-de-baan doet u er verstandig aan om alvast een provisionele bal te spelen. Geef een signaal aan de groep achter u om door te lopen als blijkt dat de golfbal niet snel gevonden lijkt te worden. Hierdoor houdt u de groep achter u niet te lang op.
Etiquette: rekening houden met andere spelers op de golfbaan
Niet storen of afleiden: zorg ervoor dat wanneer een andere speler aan de beurt is u de speler niet uit de concentratie haalt door te bewegen, praten of onnodig geluid te maken.
Sta niet dicht bij de golfbal van iemand anders, direct achter de golfbal of direct achter de hole op de green zodra een speler zijn of haar swing wilt maken.
Op de green: op de green hoort u niet op de speellijn van een andere speler te staan of lopen. Let erop dat uw schaduw niet over de speellijn van de speler valt.
Etiquette: veiligheid op de golfbaan
Pas op bij het maken van een swing of oefenswing dat er niet iemand in de buurt van u staat of dat er objecten die weg kunnen schieten bij uw swing (zoals stenen of takken etc.) tegen andere personen aan kunnen komen.
Sla uw golfbal pas als de groep voor u buiten uw bereik is. Als uw golfbal misschien andere personen kan raken, waarschuw deze mensen dan meteen met het traditionele woord 'FORE'.