0492 - 592455 | keuze 2

S05a Hoe hoort het 1bWanneer de bal in een abnormale baanomstandigheid ligt, mag je deze ontwijken. Dat hoeft niet, tenzij nadrukkelijk is aangegeven dat je niet vanuit die plek mag spelen.
Maak je wel gebruik van de mogelijkheid, dan mag je dat doen zonder een strafslag bij te tellen. Je moet dan volgens de regels de dropzone bepalen.
Er zijn een aantal plaatsen in de baan, die nogal eens discussie opleveren waar je moet droppen, omdat het niet aantrekkelijk is daar te droppen.

Voorbeeld:
Je bal komt tot stilstand op de linkerkant van het pad bij de waterhindernis op hole 9 van de Sprookjesbaan (zie foto). Het pad is een abnormale baanomstandigheid en mag je dus zonder strafslag ontwijken (hoeft niet)
.
Je bepaalt het referentiepunt (dichtstbijzijnde punt zonder belemmering): dat punt is op de smalle strook tussen het pad en de waterhindernis.
De dropzone is het gebied binnen een stoklengte vanaf het referentiepunt, niet dichter bij de hole, niet in de (water-)hindernis, en niet op het pad. Deze dropzone is dus niet groot!

Je dropt je bal vanaf kniehoogte.
Je speelt vervolgens de bal; je mag daarbij in de hindernis staan, maar niet op het pad.

Regel 16.1 behandelt het ontwijken van een abnormale baanomstandigheid.