Wanneer ligt een bal out of bounds?
Regel 18.2a : Een bal is alleen buiten de baan wanneer hij geheel buiten de grens van de baan. De grens van de baan wordt op onze baan aangegeven met witte paaltjes. De lijn getrokken aan de baankant van de paaltjes geeft de grens van de baan aan.
Een bal ligt dus nog in de baan wanneer hij:
- tegen een wit paaltje aan ligt
- met een deel van de bal niet buiten de grenslijn ligt.
De 2 witte ballen liggen ‘in de baan’
De 2 oranje ballen liggen ‘buiten de baan’
Obstakels buiten de baan, een hek of bomen en struiken, mag je niet verwijderen dan wel ontwijken zonder strafslag. Een wit paaltje waarmee de grens van de baan wordt aangegeven staat dus ook buiten de baan.
Hoe te handelen:
- Indien de bal nog in de baan ligt, maar niet goed speelbaar tegen een paaltje of een hek - of je hebt last van een boom of een struik met je backswing - moet je de bal spelen zoals hij ligt. Je kunt de bal ook onspeelbaar verklaren; dan is waarschijnlijk alleen optie 3 uit regel 19.2 opportuun: namelijk zijwaarts ontwijken. De bal speel je dan vanuit een dropzone die bepaald wordt door twee stoklengten gemeten vanaf het punt waar de onspeelbare bal ligt. De stoklengte is de lengte van de langste stok in je tas. Je krijgt een strafslag.
- Indien de bal buiten de baan ligt moet je handelen volgens de procedure van slag en afstand uit regel 18.2b. De bal speel je dan vanaf de plaats waar je de vorige slag hebt gedaan. Je krijgt een strafslag.
N.B. Indien de bal van een speler niet is gevonden of als het bekend of praktisch zeker is dat deze buiten de baan is (alleen bij hole 14 en 15 van de Libellenbaan of hole 3 van de Old Course) dan mag je ook als volgt handelen: met twee strafslagen mag je de oorspronkelijke bal of een andere bal droppen in een dropzone. Dit is een local rule. Zie voor bepalen van deze dropzone de Local Rules van resp. Libellenbaan of Old Course.
Deze local rule zal overigens op korte termijn worden geschrapt.